De pilotveehouders van de Proeftuin zoeken naar praktische maatregelen om op hun bedrijf ammoniakemissie te reduceren. Soms ontstaan hierbij vragen over de toepassing of het verwachte effect van een maatregel. Experts helpen bij het vinden van de antwoorden.
Melkveehouder Jan Hemstede uit Ommen stelde de volgende vraag:
Wat is er bekend over de toepassing en het effect van het verdunnen van mest in de kelder met water?
Antwoord
Toevoeging van water aan de mest kan door het rechtstreeks in de kelder of silo te pompen. Wanneer water toegevoegd wordt door het spoelen of sproeien van de roosters of dichte vloer is, naast het effect op de emissie uit de kelder, ook een positief effect op de ammoniakemissie van de vloer te verwachten.
Door de mest in de kelder te verdunnen met water daalt de ammoniumconcentratie en daarmee de ammoniakemissie. Het effect van deze maatregel hangt af van de mate van verdunning. De ammoniakemissie is recht evenredig aan de ammoniumconcentratie in de toplaag van de mest. Theoretisch betekent dit dat bij een halvering van de concentratie de ammoniakemissie ook halveert. Bij een roostervloer met kelders daalt de totale emissie uit de stal dan met ongeveer 25% omdat de kelder voor 50% verantwoordelijk is voor de emissie.
Ook bij de mesttoediening is een positief effect te verwachten door lagere ammoniakemissie tijdens het uitrijden. Daarnaast is een positief effect mogelijk op de stikstofwerking van de mest op het gewas.
Vervolg
Om met deze maatregel aan de slag te gaan zal de veehouder moeten bepalen op welke manier hij het water aan de mest wil toevoegen. Jan Hemstede wil kijken of de mestrobot hiervoor gebruikt kan worden.
Daarnaast zal elke ondernemer voor zijn eigen bedrijf de afweging moeten maken tussen de positieve effecten van verdunning en de eventuele extra kosten voor opslag en transport.