De Proeftuin heeft samen met een groep pluimveehouders in een creatieve sessie (nieuwe) mogelijkheden tot ammoniakreductie verkend. Met het brainstormen over praktische reductiemaatregelen ontstonden vragen over de toepassing en het verwachte effect hiervan. Experts helpen bij het vinden van de antwoorden.
De pluimveehouders stelden de volgende vraag:
wat is er bekend over de toepassing en het effect van het gebruik van turfstrooisel?
Pluimveehouders maken uit welzijnsoverwegingen steeds vaker gebruik van turfstrooisel in vleeskuikenstallen. Daarmee kunnen ze eenvoudiger voldoen aan de aanvullende eisen voor wat betreft voetzoollaesies, gesteld in de EU-welzijnsregelgeving voor vleeskuikens. Turf vermindert, in vergelijking met houtkrullen en/of stro, de kans op voetzoollaesies. Dit blijkt uit Belgisch onderzoek en ervaringen die pluimveehouders in Scandinavië hebben opgedaan. In Scandinavische landen is het gebruik van turfstrooisel in pluimveestallen gemeengoed, omdat turf daar relatief goedkoop is.
Turf is een zuur product, het bevat namelijk humuszuur. Dat remt de vorming van ammoniak uit urinezuur, dat door de dieren wordt uitgescheiden. Hoe groot het reducerend effect van turfstrooisel is, vergt nog verder onderzoek.
De aanschaf van turfstrooisel in Nederland hoeft niet duurder te zijn dan bijvoorbeeld houtkrullen. De kosten worden voor een groot deel bepaald door transportkosten. Als de transporteur het turfstrooisel voor meerdere ronden in één keer kan aanvoeren, dan scheelt dit aanzienlijk in de kosten. Er is dan wel opslagcapaciteit nodig. Een ander aandachtspunt is de toename van verwarmingskosten. De extra verwarmingskosten ontstaan doordat turfstrooisel in vergelijking met houtkrullen en (gehakseld) tarwestro een vochtig product is, met circa 65% vocht. Er is dus meer energie nodig om de gewenste staltemperatuur te realiseren.
Versie: juni 2013