Project Description
Het grootschalig inzetten van landschapselementen kan de depositie van ammoniak op Natura 2000-gebieden met 3 tot 12 procent verminderen. Dat blijkt uit een verkennende studie dat Alterra uitvoerde in opdracht van Proeftuin Natura 2000. Het grootste effect is te bereiken door het integraal verruwen van het tussengebied en het aanbrengen van een landschapselement van 250 meter rond de bedrijven.
Landschapselementen en ammoniakdepositie
In de verkennende studie zijn de volgende scenario’s doorgerekend voor het vaststellen van de ammoniakdepositie op Natura 2000-gebieden ten gevolge van stal- en opslagemissie:
- De huidige (GIAB 2013/LGN7) situatie.
- Een landschapselement van 50m rondom de bedrijven.
- Een landschapselement van 250m rondom de bedrijven.
- Een landschapselement van 50m rondom N2000-gebieden.
- Een landschapselement van 250m rondom N2000-gebieden.
- Verruwen van de ruimte tussen 250m rondom bedrijven en 250m rondom N2000-gebieden (tussengebieden).
- Scenario 1, 3 en 5 gecombineerd.
- Scenario 2, 4 en 5 gecombineerd.
Integraal verruwen van het tussengebied
Het grootste effect is te bereiken door het integraal verruwen van het tussengebied. Dit biedt een reductie van 11 procent. Ook het aanbrengen van een landschapselement van 250 meter rondom het bedrijf levert een reductie van 10 procent. Het meest veelbelovend van de doorgerekend scenario’s lijkt het aanbrengen van een landschapselement van 50 meter breed. De benodigde ingreep is namelijk ten opzichte van overige scenario’s het minst ingrijpend. Daarnaast zorgt het voor een reductie van de depositie door stal- en opslagemissie van 8 tot 12 procent.
Het minste effect van 3 procent wordt bereikt met het aanleggen van een landschapselement rondom N2000-gebieden, waarbij het verschil tussen een landschapselement van 50 en 250 meter verwaarloosbaar klein is.
Alterra heeft de bevindingen van de verkenning in een rapport gebundeld. Lees meer in het rapport ‘Effecten van landschapselementen op de ammoniakdepositie’.