Update: Onderzoek aanzuren mest bij aanwending

//Update: Onderzoek aanzuren mest bij aanwending

Update: Onderzoek aanzuren mest bij aanwending

De metingen van Proeftuin Natura 2000 Overijssel, in samenwerking met Schuitemaker, naar het aanzuren van rundermest bij aanwending zijn inmiddels afgerond. De voorlopige resultaten laten zien dat aanzuren bij aanwending een positief effect heeft op de ammoniakemissie, maar hierin zijn variabelen als weersomstandigheden en grashoogte tijdens uitrijden nog niet verwerkt. Om juiste conclusies te kunnen trekken uit het onderzoek neemt de Proeftuin de resultaten op dit moment verder onder handen.

Dit voorjaar voerde de Proeftuin metingen uit met een sleepvoetenmachine op klei-op-veenbodem. Allereerst om het effect op de ammoniakemissie te bepalen, maar ook met specifieke aandacht voor de grasopbrengst. Vanuit de emissiemetingen zijn diverse leer- en aandachtspunten naar voren gekomen. Bij het bepalen van de emissiereductie spelen veel variabelen mee, zoals de weersomstandigheden en grashoogte op het moment van uitrijden. Bij regen direct na mestaanwending infiltreert de mest bijvoorbeeld beter in de bodem en is een hogere emissiereductie mogelijk. En bij het gebruik van een sleepvoet kan elke centimeter hoger gras ook een positief effect hebben op de ammoniakemissie. Daarnaast bleek de werkbreedte van de machine aandacht te vragen tijdens de meting. De machine was te breed en het extra manoeuvreren heeft wellicht ook effect gehad. Een ander aandachtspunt in het onderzoek was het gebruik van zwavelzuur als aanzuurmiddel. De benodigde hoeveelheid zuur is afhankelijk van de mestsoort en mestsamenstelling.

GPS als voorwaarde
Verder bekeek de Proeftuin alvast de aanvullende vragen die mogelijk in een later stadium langskomen. Een handhaver wil bijvoorbeeld weten of daadwerkelijk mest met een bepaalde pH op een bepaald perceel is uitgereden om een reductie-effect te kunnen toekennen. Daarbij is GPS bijvoorbeeld een randvoorwaarde, maar dat zit nog niet standaard op apparatuur van mestaanwending. In het onderzoek wordt ook gekeken wat de Deense protocollen voor voorwaarden stellen aan handhaving. In Denemarken passen ze deze maatregelen namelijk al in de praktijk toe. Deze voorwaarden zijn echter niet één-op-één over te nemen in Nederland, vanwege het verschil in aanwendsysteem en de veehouderijsector in het algemeen.

Conclusies trekken
Later dit jaar kan de Proeftuin aangeven of de resultaten van de emissiemetingen als ‘goed’ of ‘kan beter’ te beschouwen zijn. In de tussentijd bespreekt de Proeftuin de resultaten met Deense onderzoekers. Ook wat betreft de opbrengstbepaling verwacht de Proeftuin dit jaar nog verantwoorde conclusies te kunnen trekken. Verder brengt het onderzoek de komende tijd de zuuralternatieven voor het gebruikte zwavelzuur in kaart, vanwege de lopende discussie over het gebruik van zuursoorten.

2015-10-23T11:29:50+02:00