Maatregel uitgelicht – toevoegen extra fermenteerbare koolhydraten voer (varkenshouderij)

//Maatregel uitgelicht – toevoegen extra fermenteerbare koolhydraten voer (varkenshouderij)

Maatregel uitgelicht – toevoegen extra fermenteerbare koolhydraten voer (varkenshouderij)

Proeftuin Natura 2000 Overijssel ontwikkelt een digitale gereedschapskist gevuld met interessante maatregelen voor het reduceren van de ammoniakemissie. Iedere veehouder kan hier gereedschap (een maatregel) uit gebruiken, passend bij zijn bedrijf. De maatregel ‘toevoegen extra fermenteerbare koolhydraten voer’ is toepasbaar in de varkenshouderij, voor guste en dragende zeugen.

Beschrijving
De opname van extra fermenteerbare koolhydraten door guste en dragende zeugen heeft op twee manieren invloed op de ammoniakemissie. Allereerst zorgen de fermenteerbare koolhydraten dat de uitscheiding van stikstof verschuift van de urine naar de mest. Dat betekent dat minder stikstof als ureum het lichaam verlaat en meer stikstof organisch gebonden in de mest zit. Ureum in de urine wordt op de vloer en in de mestkelder veel sneller omgezet naar ammoniak dan de organisch gebonden stikstof in de mest.

Ten tweede zorgen de fermenteerbare koolhydraten voor een verlaging van de pH-waarde van de mengmest. Daarbij geldt: hoe lager de pH, hoe lager de ammoniakemissie.

Effectiviteit
Wanneer 100 g/kg extra fermenteerbare koolhydraten wordt gevoerd (350 in plaats van 250 g/kg) neemt de ammoniakemissie met ongeveer 10 procent af. Daarbij hoeven de kosten voor het voer niet hoger te zijn wanneer men voldoende flexibiliteit bij de samenstelling van het voer hanteert.

De fermenteerbare koolhydraten zorgen er wel voor dat de verteerbaarheid van de voercomponenten afneemt. Daardoor neemt de mestuitscheiding toe, evenals de emissie van methaan. Verder geven de koolhydraten de zeug eerder een ‘vol’ gevoel: de voeropname neemt af. Daarom is deze maatregel vooral interessant voor guste en dragende zeugen, en minder voor groeiende dieren (biggen en vleesvarkens) en dieren die een hoge energiebehoefte hebben (kraamzeugen).

Als een beter verzadigingsgevoel betekent dat de zeug minder gaat drinken, kan het gebeuren dat er weliswaar minder ureum ontstaat, maar dat de concentratie niet afneemt. Dit hangt mede af van het huisvestingssysteem en het watermanagement.

Wilt u meer maatregelen bekijken in de digitale gereedschapskist? Klik dan hier (Wanneer u nu de gereedschapskist bezoekt, verlaat u tijdelijk onze website en komt u via een nieuw scherm terecht op de omgeving van www.agriconnect.nl. De website van Proeftuin Natura 2000 Overijsel blijft echter via het achterliggende tabblad beschikbaar.)

2019-02-04T10:43:30+01:00