BEX/BEA voor varkens en pluimvee

//BEX/BEA voor varkens en pluimvee

BEX/BEA voor varkens en pluimvee

Waar BEX en BEA voor melkveehouders bekende instrumenten zijn om hun bedrijfsvoering te optimaliseren, kunnen hun collega’s in de intensieve sectoren hier geen gebruik van maken. Achter de schermen werkt de Proeftuin daarom al langere tijd aan de ontwikkeling van een BEX/BEA voor de varkenshouderij en pluimveehouderij. Recentelijk heeft een gemengd gezelschap vanuit advies, onderzoek en praktijk de voortgang besproken met pittige inhoudelijke discussies tot gevolg.

In de bijeenkomst van de Proeftuin schuwden de aanwezigen het niet om kritische vragen te stellen over de BEX/BEA-intensief. Een aantal van deze vragen zijn hieronder geplaatst, voorzien van het antwoord.

Is het invullen van de BEX/BEA-intensief moeilijk?
Het invullen van de BEX/BEA-intensief is niet moeilijk. Wel blijkt het vrij complex om de juiste data voor invoer te verzamelen. Op papier lijkt de bedrijfsvoering van varkens en pluimvee simpeler dan bij melkvee, bijvoorbeeld door het ontbreken van de factor grond. Toch is dit maar schijn. In de intensieve sector zijn veel meer diercategorieën en de dieren worden in rondes opgelegd. De stal staat tussentijds leeg. Dat heeft zo z’n effect op de te verzamelen informatie en aan te leveren data voordat het rekeninstrument is in te vullen. De opgevraagde en aangeleverde data blijkt complex in vorm en roept soms eerder vragen op dan dat het helderheid biedt. In de ontwikkeling van BEX/BEA-intensief lopen we hier tegenaan, in de praktijk moet dit straks geen probleem meer opleveren.

Heeft een BEX/BEA-intensief meerwaarde ten opzichte van forfaitaire waarden?
Een BEX/BEA-intensief richt zich op het bedrijfsspecifieke. Met het gebruik van forfaitaire normen wordt het bedrijf gelijkgesteld aan een gemiddelde. Met een BEX/BEA-intensief komen naar verwachting in de bedrijfsvoering meer knoppen beschikbaar om aan te draaien. Daarnaast kan het interessant zijn om op bedrijfsniveau juist gegevens inzichtelijk te krijgen en maken. Dit kan zich vooral vertalen in economische voordeel. Ook andere ‘beloningen’ komen wellicht in beeld als in de toekomst wellicht een ingevulde BEX/BEA gevraagd wordt bij ruimte om te groeien of een goede score bij dierwelzijn voor het bedrijf. Deze voordelen moeten nadrukkelijk opwegen tegen de benodigde extra handelingen voor het invullen van een betrouwbare BEX/BEA.

Kan de ontwikkeling van de BEX-BEA intensief versneld worden door de ervaringen binnen de melkveehouderij?
De Proeftuin gebruikt bij de ontwikkeling eigen inzichten, en ervaringen uit andere trajecten zoals bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van de KringloopWijzer. Zo kijkt de Proeftuin bij de ontwikkeling van de BEX/BEA-intensief meteen naar een versie die ook een tussenstand geeft, in plaats van alleen achteraf het resultaat berekenen. Daarnaast wordt ook uitgezocht of het mogelijk is om bestaande bedrijfsmanagementsystemen aan de BEX/BEA intensief te koppelen. Dat vergemakkelijkt de invoer van benodigde gegevens, en verkleint de kans op fouten bij de invoer.

Wat is nu de volgende stap?
De Proeftuin maakt op korte termijn een aantal berekeningen om de verschillen tussen het gebruik van bedrijfsspecifieke gegevens ten opzichte van forfaitaire normen te illustreren. Uit de ervaringen tot nu toe blijkt dat de BEX/BEA-intensief perspectief biedt, maar de meerwaarde moet wel opwegen tegen de moeite van het invullen.

2015-10-23T11:33:35+02:00