Vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet verloopt al jaren ‘stroef’: de huidige procedure is tijdrovend, ingewikkeld en kostbaar. Met de inwerkingtreding van de PAS moet deze ‘administratieve last’ aanzienlijk lichter worden en moet er duidelijkheid komen waar welke ontwikkelingen mogelijk zijn. De vergunningverlening moet weer vlot getrokken worden. Dat is goed voor de sector, onze economie en onze natuur.
Met de landbouwsector is een overeenkomst gesloten om 10 kton ammoniakemissie te reduceren. Daar staat tegenover dat er extra ruimte komt voor (Natuurbeschermingswet-)vergunningverlening. Deze reductie wordt via drie sporen ingevuld, namelijk aanscherping Besluit huisvesting, aanscherping Besluit gebruik meststoffen en middels voer- en managementmaatregelen. De eerste twee worden via regelgeving ingevuld. De laatste vind ik persoonlijk het interessantst. Het vraagt creativiteit en ondernemerschap om stikstofverliezen in het bedrijfssysteem te verminderen. Op dit terrein liggen volgens mij nog vele mogelijkheden. Centraal staat een optimalisatie van de stikstofbenutting binnen het bedrijf. Iedere kilo stikstof die in de vorm van ammoniak (of nitraat) het bedrijf onbenut verlaat, kost de ondernemer bedrijfseconomisch gezien meer geld dan de aankoopkosten van kunstmeststikstof.
Initiatieven zoals Proeftuin Natura 2000 Overijssel zijn juist op dit punt van belang om kennis op te bouwen en instrumenten te ontwikkelen. Maar met kennis en instrumenten alleen kom je er niet. Het moet wel toegepast worden en liefst zo breed mogelijk. Ondernemers moeten er mee aan de slag en als het even kan moet dit per saldo geld opbrengen of kosten besparen. Hier ligt volgens mij de uitdaging voor de sector en voor de Proeftuin in de toekomst.
Stefan Breukel
Beleidsmedewerker programmadirectie Natura 2000, Ministerie van Economische Zaken