Noordoost-Twente aan de slag met Proeftuin-BEA

//Noordoost-Twente aan de slag met Proeftuin-BEA

Noordoost-Twente aan de slag met Proeftuin-BEA

Op 29 januari was het moderne melkveebedrijf van maatschap Reuver in Deurningen het decor van de bijeenkomst “Ammoniak reduceren op uw melkveebedrijf”. Veehouders uit Noordoost-Twente konden tijdens deze dag kennis maken met het bedrijf van Reuver én met de Proeftuin-BEA. Dirksen Management Support (DMS), die eerder al een netwerk draaide met de Proeftuin en daarbij enthousiast raakte over de mogelijkheden van de Proeftuin-BEA, begeleidde de bijeenkomst. “Deze variant van de BEA biedt ondernemers handvatten om de uitdagingen rond ammoniak aan te pakken”,
legt Bas Bassa van DMS uit.

Inzicht in bedrijfseffect van ammoniakreducerende maatregelen
Bassa was samen met de Proeftuin verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomst. “In de zomer van 2013 draaiden we een netwerk, waarin bijna vijftien melkveehouders kennismaakten met Proeftuin Natura 2000 Overijssel en de Proeftuin-BEA. De ervaringen die we hierbij hebben opgedaan, wilden we graag benutten door meer melkveehouders met deze tool te leren werken”, vertelt Bassa. De Proeftuin-BEA is een variant op de BEA en geeft inzicht in het specifieke bedrijfseffect van een ammoniakreducerende maatregel. “Met de bijeenkomst op 29 januari hebben we een start gemaakt met een nieuwe groep melkveehouders in Noordoost-Twente. In februari en maart volgen er twee verdiepende bijeenkomst.”

Reuver als voorbeeld
Dat het bedrijf van maatschap Reuver dienst deed als locatie was geen toeval. Reuver blijft ook na het in gebruik nemen van een nieuwe melkveestal met een emissiearme vloer op zoek naar de mogelijkheden van ammoniakreductie op hun bedrijf. Bassa: “Ze testten daarom ook de Proeftuin-BEA, die het effect van hun keuzes inzichtelijk maakt. Een mooi bedrijf dat we als voorbeeld konden gebruiken in onze uitleg over de Proeftuin-BEA.” De aanwezige veehouders toonden zich zeer geïnteresseerd in de mogelijkheden van deze tool voor de vermindering van ammoniakemissie. “De vragen gingen van de inzet van de Proeftuin-BEA tot de werking van specifieke maatregelen”, vertelt Bassa.

Van Proeftuin-BEA naar praktijk
Om echt tot een verdieping te komen volgen de meeste aanwezigen de twee bijeenkomsten in februari en maart. “Zij willen zelf graag de Proeftuin-BEA invullen om inzicht te krijgen waar de mogelijkheden voor hun bedrijf liggen”, legt Bassa uit. De melkveehouders hebben huiswerk gekregen, ze moeten voor de volgende bijeenkomst de Proeftuin-BEA hebben ingevuld. “Met de uitkomsten gaan we vervolgens aan de slag. Waar ligt er ruimte? Welke maatregelen zijn te nemen voor het gewenste resultaat? Van Proeftuin-BEA naar praktijk dus.”

2015-10-30T11:22:44+01:00