“Mogelijkheden ammoniakreductie veel breder dan vloertype”

//“Mogelijkheden ammoniakreductie veel breder dan vloertype”

“Mogelijkheden ammoniakreductie veel breder dan vloertype”

“Als agrariërs denken aan het verminderen van ammoniakemissie, dan denken ze aan een emissiearme vloer”, vertelt Marc Strikkeling van DLV. Het afgelopen jaar begeleidde hij één van de drie Overijsselse studiegroepen van DLV, die een Proeftuin-netwerk volgde over het verminderen van ammoniakemissie. “Het netwerk maakte de ondernemers duidelijk dat er veel meer mogelijk is op dat gebied”, geeft Strikkeling aan. “Waarbij maatregelen rond rantsoen en mestaanwending op veel interesse konden rekenen.”

Bewustwording, dat is het belangrijkste winstpunt volgens Strikkeling van het Proeftuin-netwerk. “Het besef bij ondernemers dat er ook mogelijkheden liggen op hun bedrijf om ammoniakemissie te verminderen, zonder dat hier dure stalaanpassingen voor nodig zijn, is nieuw.” Dat betekent niet direct dat de maatregelen van vandaag op morgen worden doorgevoerd op de bedrijven. “Dat gaat meer geleidelijk”, verwacht Strikkeling. “Bijvoorbeeld door het stellen van vragen aan hun voerleverancier. De ondernemers weten nu dat ruw eiwit in het voer bepalend is voor de ammoniakemissie. Hoe kunnen ze daar beter op gaan sturen? Dat bewuste verband zagen ze voor deelname aan dit dit netwerk niet.” Ook maatregelen rond mestaanwending, zoals verdunnen met water en aanzuren van mest, werden goed ontvangen door de studiegroep. “Die zijn dan nog niet direct toe te passen, maar ze weten nu wel dat deze mogelijkheden er binnenkort komen.”

Eye-opener bij mestaanwending
Ook voor de studiegroep van DLV-collega Niek Groot Wassink ging een nieuwe wereld open als het gaat om mestaanwending. “De basiskennis over ammoniakreductie was binnen deze groep in Mastenbroek al goed aanwezig. Maar toen expert Zwier van de Vegte ons cijfers liet zien van de effecten van maatregelen bij mestaanwending, was dat echt een eye-opener”, geeft Groot Wassink aan. “Vooral als je dat vergelijkt met reducties bij stalaanpassingen, en het verschil in kosten.” Het netwerk bracht een mooie verdieping. “Ze weten nu beter aan welke knoppen ze kunnen draaien. Zoals het sturen op rantsoenen, daar gaan een aantal ondernemers nu actief mee aan de slag. Niet alleen om de emissie te beperken, maar ook de winst in eigen zak te houden.”

Onderling vergelijken is leren
“De kracht van dit netwerk zat vooral in het onderling vergelijken”, vertelt Tom Baak van de derde DLV-studiegroep in Hardenberg. “De groep is aan de slag geweest met de Proeftuin-BEA en er is voor alle ondernemers een KringloopWijzer opgesteld. De verschillen onderling waren groot, maar vanuit deze variatie konden de ondernemers juist van elkaar leren.” Ook voor de ondernemers in dit netwerk biedt rantsoen kansen. “Een betere benutting van ruw eiwit, gericht voeren van droge koeien en jongvee: het zijn maatregelen die direct aanspreken. Mede omdat het gunstig is voor de portemonnee.” Baak is, net als zijn twee collega’s, positief over het netwerk. “Ondernemers weten nu waar de mogelijkheden voor hun bedrijf ligt om de ammoniakemissie te verminderen. Ze zijn met hun neus op de feiten gedrukt.”

2015-10-30T10:50:18+01:00