Evenwichtsbemesting als alternatieve PAS-maatregel voor Boetelerveld

//Evenwichtsbemesting als alternatieve PAS-maatregel voor Boetelerveld

Evenwichtsbemesting als alternatieve PAS-maatregel voor Boetelerveld

Om de milieubelasting van natuurgebieden verder terug te dringen worden per Natura 2000-gebied beheerplannen opgesteld met daarin te nemen ecologische herstelmaatregelen. In Overijssel betreft het ook het realiseren van bufferzones rondom Natura 2000-gebieden. De Proeftuin heeft met partijen voor de bufferzone rondom het Boetelerveld de definitie van evenwichtsbemesting verder uitgewerkt. Doel is om deze maatregel te kunnen gebruiken binnen het beheerplan Boetelerveld, als alternatieve PAS-maatregel.

Met evenwichtsbemesting krijgt een gewas op jaarbasis net zoveel meststof toegediend als dat het onttrekt. De meststoffen die het meest bijdragen aan eutrofiëring (toename van voedingsstoffen) van het oppervlaktewater zijn stikstof en fosfaat. Evenwichtsbemesting heeft voor beide van deze nutriënten geheel verschillende consequenties. Stikstof is in tegenstelling tot fosfaat zeer mobiel en daardoor gevoelig voor verlies in de vorm van vervluchtiging of uitspoeling. De bodem levert in meer of mindere mate stikstof door afbraak van organische stof en dat komt ten goede aan gewasgroei. Alles wat daarbij nog in de vorm van bemesting wordt gegeven is onderhevig aan verliezen. Deze verliezen zijn afhankelijk van het soort meststof, het tijdstip van aanwenden in het jaar, de verdeling van meststoffen, de gewasbehoefte en het bodemtype. Zelfs bij een zorgvuldig uitgevoerde bemesting is evenwichtsbemesting voor stikstof niet haalbaar en bedraagt het verlies tenminste 15 procent. Voor fosfaat is evenwichtsbemesting wel haalbaar, maar nemen de kosten toe en vermindert het arbeidsinkomen.

Overschot stikstof en fosfaat verlagen
Een stikstofoverschot is het effectiefst te verlagen door maatregelen te nemen die de stikstof(N|) benutting van de bodem vergroten. Een 5 procent hogere N-benutting van de bodem geeft 1,7 kg verlaging van het N-overschot per ton melk. Het fosfaatoverschot is het effectiefst te verlagen door maatregelen te nemen die de fosfaat(P)-benutting van het bedrijf vergroten. Een 5 procent hogere P-benutting op het bedrijf geeft 0,26 kg verlaging van het P-overschot per ton melk.

Vernatting leidt in het algemeen tot een lager uitspoelingsniveau van stikstof, omdat relatief meer stikstof denitrificeert door anaerobe omstandigheden in de bovengrond. De keerzijde van deze maatregel is dat het risico op afspoeling van andere nutriënten toeneemt. Zeker bij het uitrijden van drijfmest moeten gunstige weersomstandigheden/-verwachtingen in acht genomen worden. Toepassing van bijvoorbeeld peil gestuurde drainage zorgt voor een droger maaiveld en kan zodoende het risico op afspoeling aanzienlijk reduceren.

Mogelijkheden evenwichtsbemesting voor Boetelerveld
Naast de inhoudelijke aanscherping van de definitie van evenwichtsbemesting heeft de Proeftuin tijdelijk een ondersteunende rol bij het proces Boetelerveld gespeeld door partijen met elkaar in gesprek te brengen. Wat zijn en moeten uitgangspunten zijn om deze alternatieve maatregel te laten slagen? Inmiddels is het eerste jaar waarin de veehouders actief aan de slag zijn gegaan met evenwichtsbemesting achter de rug en is veel inzicht verkregen over de hoeveelheden stikstof en fosfaat die op het land zijn gebracht, en er via gewassen af zijn gehaald. Data zijn verzameld, diverse (meet)instrumenten zijn gebruikt en het is helder geworden wat van belang is voor het monitoren van de resultaten om evenwichtsbemesting te kunnen gebruiken als onderdeel van het beheerplan voor het Boetelerveld. Kortom, evenwichtsbemesting als alternatieve PAS maatregel komt binnen bereik.

2019-02-04T10:43:27+01:00