Bredere belangstelling

//Bredere belangstelling

Bredere belangstelling

In de maand augustus heb ik het ontstaan en de werking van de Proeftuin uitgelegd aan een landbouwdelegatie uit Benin. Mijn Frans moest daarbij wel wat worden afgestoft, maar we begrepen elkaar gelukkig goed. Hun directe belangstelling ging uit naar hoe onderzoek en wetenschap dicht bij de boerenpraktijk van alledag zijn te brengen, en andersom. De combinatie van onderzoek met praktijktoepassingen via pilotveehouders paste daar goed bij. Dat vervolgens beleid daar dan ook weer een rol bij heeft konden ze goed plaatsen. Bredere belangstelling ervaren we ook vanuit andere provincies in Nederland. Met het langer uitblijven van de PAS, de gesneuvelde stikstofkaders en de vraag of er voldoende ontwikkelruimte blijft, krijgt vooral het verzilvertraject van de Proeftuin meer aandacht. Binnen dit traject werken we aan extra maatregelen die veehouders in Overijssel kunnen gebruiken bij de NB-wetvergunningaanvraag. Hoe werkt dat nou in deze provincie, welke maatregelen komen er voor in aanmerking en blijft de Proeftuin gefocust op individuele bedrijfsvoering? Relevante vragen die allemaal beantwoord worden. Niet altijd is het antwoord naar volle tevredenheid, maar binnen een proeftuin zorgen de ontwikkelingen in de omgeving telkens voor nieuwe aandachtspunten.

Zo richten we ons bij het verzilveren van de maatregelen op het bevoegd gezag voor de NB-wetvergunning, en dat is de Provincie Overijssel. Samen met hen is het verzilvertraject opgezet, met daarbij de inzet van de provinciale Commissie van Deskundigen. Het gebruik van verzilverde maatregelen wordt toegestaan bij de aanvraag van een NB-wetvergunning. Dat gegeven begint door te dringen bij aanvragers en adviseurs. Alleen, veelal wordt een aanvraag gecombineerd met een aanvraag voor een omgevingsvergunning. En daar knelt het een en ander, want het referentiekader van de gemeente c.q. omgevingsdiensten is de landelijke RAV-lijst (Besluit Huisvesting). Met andere woorden, bij de aanvraag van een omgevingsvergunning is (nog) geen ruimte voor niet-stalmaatregelen. Hierdoor komen in Overijssel twee wettelijke kaders, de NB-wetvergunning en omgevingsvergunning, met verschillende uitgangspunten in feite op één gemeentelijk handhavingsbordje te liggen. Ook als de PAS er is, blijft deze discussie relevant bij het aanvragen van een vergunning.

Inmiddels is een landelijke Commissie van Deskundigen voor een nader te ontwikkelen PAS-lijst aangesteld en gaat de Proeftuin proberen zo snel mogelijk de verzilverde maatregelen ook via die lijn een erkende status te geven. Dan kunnen zowel gemeenten als andere provincies er vervolgens gebruik van maken. Resultaten van de Proeftuin komen dan beschikbaar voor ondernemers in heel Nederland. Van bredere belangstelling naar bredere toepassingsmogelijkheden, dat is een mooi gegeven.

2015-10-23T11:55:07+02:00