Agrarisch ondernemers kunnen zelf ook ontwikkelruimte creëren

//Agrarisch ondernemers kunnen zelf ook ontwikkelruimte creëren

Agrarisch ondernemers kunnen zelf ook ontwikkelruimte creëren

Overijssels gedeputeerde Hester Maij, voorzitter van LTO Noord Overijssel Erik Back en projectleider Cathy van Dijk blikken terug en vooral vooruit op het project Proeftuin Natura 2000 Overijssel. Het project staat voor een nieuwe opgave: hoe rol je de resultaten uit?

Het project Proeftuin Natura 2000 Overijssel richt zich sinds 2011 op de realisatie van Natura 2000-doelstellingen in de provincie Overijssel, met behoud van agrarisch ontwikkelingsperspectief. Het project combineert het ontwikkelen en toepassen van ammoniakreducerende maatregelen in de praktijk, met de kennisuitwisseling tussen veehouders, adviseurs en andere betrokkenen.

Het is geen toeval dat het project juist in Overijssel plaatsvindt, stelt gedeputeerde Maij. ‘Hier hebben we veel Natura 2000-gebieden en ook veel aanvragen voor een Natuurbeschermingswet-vergunning. We wilden graag meer en andere emissiebeperkende maatregelen, zodat de landbouw rond die gebieden zich toch kan ontwikkelen. Voor de provincie is de agrarische sector namelijk een belangrijke economische sector.’

Voor de gedeputeerde waren de doelen van het project snel helder: hoe reduceer je de uitstoot van ammoniak, hoe houd je de kosten daarbij in de hand en hoe zorg je ervoor dat de productie op peil blijft?

Volgens LTO Noord Overijssel-voorzitter Back was het niet de bedoeling van het project om met de uitkomsten en resultaten de regelgeving te repareren. ‘Dit is een typisch voorbeeld van een project dat innovatief is en uitgaat van de kracht van de sector. Hoe kun je schoner en meer verantwoord produceren maar toch met behoud van harde euro’s? Dat is de vraag waar de landbouw de komende jaren voor staat en dit project past helemaal in dat plaatje.’

En hoewel ook Maij de Proeftuin niet in eerste instantie wil bestempelen als aanvulling op de regelgeving, kunnen de verzilverde ammoniakemissie-reducerende maatregelen en technieken in de toekomst wel degelijk gebruikt worden bij de aanvraag voor de NB-wetvergunning. ‘Dat is nog pril, maar het is in gang gezet’, zegt Maij.

Ruim drie jaar Proeftuin heeft laten zien dat er op het gebied van emissiebeperking meer mogelijk is dan veel ondernemers denken. ‘Stalmaatregelen waren er al, ook over het voerspoor is het nodige bekend’, zegt projectleider Cathy van Dijk. ‘Maar ook in de rest van de bedrijfsvoering is veel resultaat te halen door ander en beter management. Dat heeft het project laten zien en dat hebben we in dit project ook wetenschappelijk kunnen onderbouwen.’

Van Dijk constateert dat alle zes pilotbedrijven met melkvee de afgelopen drie jaar meer koeien zijn gaan houden. De totale ammoniak-emissie van hun bedrijf is ondanks die groei echter gedaald. En dat terwijl de focus van de pilotveehouders bij het ontwikkelen van de maatregelen lag, en niet zozeer bij het reduceren van ammoniak als doel.

Volgens Back laat dat zien dat boeren niet alleen afhankelijk zijn van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) als het gaat om ontwikkelruimte. ‘Het is dus mogelijk om als ondernemer ook zelf een deel van je ontwikkelruimte te creëren.’

Uitrollen
Het project Proeftuin Natura 2000 Overijssel staat inmiddels voor een nieuwe opgave: hoe rol je de resultaten en ervaring zo goed mogelijk uit over de rest van de ondernemers? ‘En dan niet alleen ondernemers die te maken hebben met Natura 2000 maar alle bedrijven. En niet alleen in Overijssel maar in het hele land. De hele sector kan hier zijn voordeel mee doen’, stelt Maij.

‘Het ministerie van Economische Zaken heeft provincie Overijssel gevraagd om het natraject van de Proeftuin te coördineren. Communicatie en educatie zijn daar deel van. Naar verwachting gaat dit vanaf dit najaar gebeuren en daarbij worden de ervaringen en knelpunten op het gebied van ammoniak uit andere provincies, waaronder Limburg en Drenthe, meegenomen.

Van Dijk hoopt in een vervolg een grote groep ondernemers te motiveren om met emissiebeperkende maatregelen aan de slag te gaan. Studiebegeleiders, voorlichters, bestuurders en andere erfbetreders worden daarbij nauw betrokken. ‘We hopen zo op een sneeuwbaleffect’, zegt de projectleider, die zich eveneens realiseert dat ondernemers nog andere zaken op hun bordje krijgen.

‘De focus is nu bijvoorbeeld erg gericht op de Kringloopwijzer. Dat neemt niet weg dat er in de toekomst veel meer innovaties mogelijk en nodig zijn. Stikstof, ammoniakemissie en ook op het gebied van goed bodembeheer valt er nog enorm veel te doen.’
Ze vervolgt: ‘Inhoudelijk heeft de Proeftuin veel te bieden, daar gaan we graag mee door. Onderwerpen als weidegang, stifstofbehoud in mest en gewas maken nu al deel uit van het project.’

Over vijftig jaar
Provincie Overijssel kan, wil en moet daarbij faciliteren volgens Maij. ‘We willen graag dat er ook over veertig of vijftig jaar nog goed geboerd kan worden in Overijssel. Dan moet je er wel voor zorgen dat de omstandigheden daarvoor aanwezig zijn’, stelt ze.
‘We hebben veel kennis maar er is nog veel meer wat we niet weten. Daarom zijn innovatieve projecten als de Proeftuin zo belangrijk.’

2015-10-23T09:44:11+02:00