Rapport: Haalbaarheid van BEX-BEA voor varkens- en pluimveebedrijven

//Rapport: Haalbaarheid van BEX-BEA voor varkens- en pluimveebedrijven
Rapport: Haalbaarheid van BEX-BEA voor varkens- en pluimveebedrijven2019-02-04T10:43:32+01:00

Project Description

BEX-BEAEen BEX-BEA systeem voor de intensieve veehouderij, als verantwoordingsinstrument voor bedrijfsspecifieke milieuprestaties voor de varkens- en pluimveesector, is niet eenvoudig te realiseren. Dat blijkt uit een haalbaarheidsonderzoek van Proeftuin Natura 2000 Overijssel. Het instrument biedt voor veel ondernemers te weinig sturingsmogelijkheden en het verkrijgen van voldoende betrouwbare gegevens is een complexe zaak. Lees meer in dit rapport.

In navolging van de melkveehouderij, die werkt met de KringloopWijzer, is gekeken of een BEX (Bedrijfsspecifieke Excretie) en BEA (Bedrijfsspecifieke Excretie Ammoniak) voor pluimvee- en varkensbedrijven haalbaar is. Daarmee kunnen ook ondernemers in de intensieve veehouderij actief aan de slag met het optimaliseren van de bedrijfsvoering en heeft de overheid een instrument waarmee bovenwettelijke milieuprestaties te belonen zijn. De verkenning naar deze BEX en BEA Intensief is uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research. Onderzoekers hebben de volgende aspecten bekeken:

  • Beschikbare rekenregels;
  • Knoppen om te sturen;
  • Beschikbaarheid van betrouwbare gegevens;
  • Borging.

Beschikbare rekenregels

De ammoniakemissie op een bedrijf is af te leiden van de excretie van stikstof, zoals aanwezig in mest en urine, de zogeheten Totaal Ammoniakaal Stikstof (TAN). Wageningen UR heeft rekenmodellen voor pluimvee en varkens ontwikkeld om de TAN-excretie op bedrijfsniveau te berekenen. Een lagere TAN-productie betekent minder ammoniakemissie, maar de exacte relatie tussen de productie en de emissie is bij varkens en pluimvee nog niet helemaal duidelijk. Dat maakt het lastig om definitieve rekenregels vast te stellen.

Knoppen om te sturen

Ondernemers moeten knoppen hebben om te sturen op hun prestaties zonder dat dit ten koste gaat van bijvoorbeeld de productieresultaten. Uit haalbaarheidsonderzoek blijkt dat gangbare vleeskuikenbedrijven met een hoog productiegetal (een maat voor technische prestatie) milieutechnisch gezien niet per definitie beter presteren dan bedrijven met een lager productiegetal. De resultaten uit het haalbaarheidsonderzoek impliceren dat gangbare vleeskuikenhouders geen of amper sturingsmogelijkheden hebben om met gangbaar voer de ammoniakemissie significant te verminderen.

Bij andere pluimveehouderijconcepten, zoals bijvoorbeeld bij concepten met traaggroeiende vleeskuikens, hebben bedrijven die bovengemiddeld produceren een lagere TAN-excretie dan bedrijven die een lager productiegetal hebben. Het lijkt het erop dat hier het productiegetal een goede maat is voor milieutechnische prestatie en dat er gestuurd kan worden op de ammoniakemissie. Voor dit onderdeel van het haalbaarheidsonderzoek is een analyse gedaan op gegevens van pluimveehouderijbedrijven. Naar verwachting zijn de conclusies ook van toepassing op de varkenshouderij.

Beschikbaarheid van betrouwbare gegevens

De beschikbaarheid van betrouwbare gegevens lijkt simpel, de gevraagde gegevens zijn vrijwel volledig over te nemen van de stalbalans. Ook hebben intensieve bedrijven meestal geen eigen grond, waardoor er geen rekening hoeft te worden gehouden met mineralenaanvoer of –afvoer via ruwvoer en mest. In de praktijk blijken ondernemers de stalbalans echter niet altijd goed te gebruiken. Daarnaast zijn de gegevens zelden beschikbaar per diercategorie, terwijl daar juist veel verschil zit in diergewicht en TAN-productie. Toch zijn er mogelijkheden om goede invoergegevens te verkrijgen, bijvoorbeeld door aan te sluiten op het managementsysteem of adviesdiensten van de voerleverancier. Verdere automatisering van gegevensverzameling kan helpen en vermindert sowieso de kans op foutieve gegevensinvoer.

Borging

Voor de inzet als beloningsinstrument moet BEX-BEA Intensief onomstreden zijn. Wanneer hieraan kan worden voldaan, dan lijkt de doorvertaling naar een borgingsinstrument haalbaar. In dat geval kan de BEX-BEA Intensief voortborduren op de borgingssystematiek voor de KringloopWijzer in de melkveehouderij.

Conclusie

Er zitten nog veel haken en ogen aan de BEX en BEA voor de pluimvee- en varkenssector. Het systeem lijkt vooral meerwaarde te kunnen hebben voor nieuwe marktsegmenten, zoals houderijen van traaggroeiende dieren. Voerfirma’s, ketenpartijen en retail verwachten een significante toename van het marktaandeel van deze segmenten. De BEX-BEA Intensief kan stimuleren dat deze ondernemers ook zo goed mogelijk presteren op het gebied van milieu. Dat er in de toekomst een BEX en BEA komt voor intensieve (deel)sectoren is dus niet uitgesloten, maar op dit moment wordt er niet ingestoken op doorontwikkeling.

Lees meer in het rapport “Haalbaarheid van BEX-BEA voor varkens- en pluimveebedrijven”