Positief effect extra weidegang op emissie en arbeidsinkomen

//Positief effect extra weidegang op emissie en arbeidsinkomen

Positief effect extra weidegang op emissie en arbeidsinkomen

Extra weidegang leidt tot minder ammoniakemissie. Maar hoeveel? Proeftuin Natura 2000 Overijssel heeft dit voor een modelbedrijf doorgerekend. In de berekeningen was de minimale weidegang 720 uur (6 uur/dag x 120 dagen) en de maximale weidegang 3.600 uur (20 uur/dag x 180 dagen). De totale vermindering van de bedrijfsemissie is omgerekend naar een emissievermindering per extra uur weidegang van één koe. Dat bleek 3,3 gram ammoniak te zijn. Ook op het arbeidsinkomen heeft extra weidegang een positief effect, tot € 1,- stijging per 100 kg melk.

Het modelbedrijf in de berekening bestond uit 45 hectare grond (40 ha grasland en 5 ha mais), 80 melkkoeien met een totale melkproductie van 680.000 kg melk (8500 kg melk per koe per jaar). Een belangrijke aanname bij de berekeningen is dat de hoeveelheid bijvoeding is afgestemd op de hoeveelheid weidegang per dag. De koeien gaan niet met een volle maag de wei in, maar krijgen nadien bijgevoerd wat ze niet hebben kunnen opnemen tijdens de weidegang. Tijdens de weidegang vindt dus daadwerkelijk grasopname plaats.

Emissiereductie op bedrijfsniveau
In onderstaande figuur staat weergegeven hoe bij extra weidegang de totale ammoniakemissie op bedrijfsniveau voor 80 koeien afneemt in kg ammoniak per jaar. De duur per dag varieerde van 6, 9, 15 en 20 uur per dag. Het totaal aantal dagen varieerde van 120, 150 en 180 dagen. De ammoniakemissie daalde met 3,3 gram ammoniak per extra uur weidegang per koe, wat bij 80 koeien neerkomt op 264 gram minder ammoniak per jaar op bedrijfsniveau.

De emissie in de weide neemt licht toe en de emissie in de stal en bij mest uitrijden daalt aanzienlijk. Netto daalt de ammoniakemissie en daarbij maakt het niet uit hoe het totale aantal uren weidegang tot stand komt (meer uren per dag of meer dagen). De berekende daling van 3,3 gram ammoniak per extra uur weidegang per koe wijkt af van de modellen die het ministerie van Economische Zaken hanteert. Zij gaat uit van een emissiedaling van 2,7 gram per extra uur weidegang. Dat komt omdat in die modellen alleen de effecten van extra weidegang op de emissie uit de stal zijn meegenomen. Het minder uitrijden van drijfmest draagt echter aanzienlijk bij aan een vermindering van ammoniakemissie.

Positief effect bedrijfseconomie
Bij de berekende bedrijfsvarianten zijn ook de effecten van extra weidegang op de kosten en op het arbeidsinkomen berekend. In onderstaande figuur zijn de kosten voor loonwerk en voeraankoop weergegeven. Van mestafzet was geen sprake, dus deze kosten zijn buiten beschouwing gebleven. De kosten zijn uitgedrukt in € per 100 kg melk.

Het blijkt dat vooral in het traject van 720 tot 2000 uur weidegang de totale kosten (de som van loonwerk en voerkosten) verminderen bij een toename van het aantal uren weidegang. De loonwerkkosten nemen evenredig af met een toename van weidegang. De voerkosten nemen eerst af en daarna weer toe. Bij meer dan 2000 uur weidegang worden de lager wordende kosten voor loonwerk gecompenseerd door de hoger wordende voerkosten. Hierdoor blijven de totale kosten min of meer gelijk.

Het arbeidsinkomen steeg ongeveer €1,- per 100 kg melk in het traject van 720 tot 3600 uur weidegang. Daarbij was de stijging in het traject van 720 tot 2000 uur het grootst. Dit correspondeert met de daling van de kosten in dit traject.

Rapport ‘Effecten weidegang’
De bovenstaande resultaten zijn binnenkort terug te vinden in het rapport van de Proeftuin over de effecten van extra weidegang.

2015-10-23T10:29:02+02:00