De Proeftuin in Vlaamse belangstelling

//De Proeftuin in Vlaamse belangstelling

De Proeftuin in Vlaamse belangstelling

De Proeftuin“Wij hebben met heel veel bewondering geluisterd naar waar jullie mee bezig zijn, er valt nog veel van jullie te leren”. Dit compliment ontving de Proeftuin nadat zij half oktober samen met de Vlaamse Boerenbond en het Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw in Vlaanderen om tafel zat. Onderwerp van gesprek was de werkwijze van de Proeftuin om bij te dragen aan het behalen van Natura 2000-doelen.

Natura 2000 is een onderwerp dat in alle EU-landen speelt. De bijdrage van de landbouw aan het reduceren van ammoniakemissie is ook in alle EU-landen onderwerp van gesprek. De vertreksituatie verschilt echter per land en de te volgen routes zijn ook niet gelijk.

Werkwijze kopiëren naar andere landen
De Proeftuin heeft steeds de inhoud voorop gezet door te werken aan reducerende maatregelen die zowel wetenschappelijk onderbouwd zijn, in de praktijk toepasbaar en daarnaast de borgingsparagraaf invullen zodat een handhaver er ook mee uit de voeten kan. Maatregelen die dus direct inzetbaar zijn op het boerenbedrijf. Deze combinatie van wetenschap, beleid en praktijk is goed te kopiëren naar andere landen. Echter, wettelijke- en beleidskaders, de inpassing van maatregelen in beleid alsmede het te gebruiken borgingskader zijn land-specifiek.

Pittige ammoniakopgave in België
In België bestaan bijvoorbeeld geen permanente vergunningen, een vergunning heeft een maximale werkingsduur van 20 jaar. Daarna is er sprake van een ‘hervergunning’. In het geval van ammoniak moet de ondernemer, ongeacht de situatie, 30 procent van de bedrijfsemissie reduceren voor het ‘hervergund’ krijgen van zijn vergunning. Een pittige opgave, met vooralsnog weinig oplossingsmogelijkheden. Het opstellen van een eigen Vlaamse PAS-lijst is inmiddels begonnen en de belangstelling naar praktijkrijpe, en het liefst verzilverde, maatregelen is groot. Net als in Nederland geldt ook hier de vraag aan welke eisen de verschillende typen maatregelen moeten voldoen voor opname op de PAS-lijst. Waar mogelijk vindt hier nadere uitwisseling op plaats.

Bedrijfsspecifieke benadering in Nederland
Een wezenlijk ander verschil is dat we in Nederland gewend zijn aan een bedrijfsspecifieke benadering. Je mag afwijken van forfaitaire nomen als je aantoont dat je het bedrijfsspecifiek beter doet. De BEX is hierop gebaseerd. De Proeftuin werkt hard aan eenzelfde erkenning voor de BEA, om op die manier ook voer- en diermanagementmaatregelen bedrijfsspecifiek in te kunnen vullen. Vlaanderen werkt alleen met forfaitaire normen. De borging van voer- en diermanagementmaatregelen wordt daardoor een ander type uitdaging waaraan de ervaringen binnen de Proeftuin kunnen bijdragen.

De bijeenkomst werd afgesloten met de intentie om waar mogelijk kennis uit te wisselen. Want er is veel van elkaar te leren!

2019-02-04T10:43:25+01:00