Hogere graslandopbrengst en minder ammoniak door nauwkeuriger weiden Om een ho

/Hogere graslandopbrengst en minder ammoniak door nauwkeuriger weiden Om een ho
Hogere graslandopbrengst en minder ammoniak door nauwkeuriger weiden Om een ho2019-02-04T10:42:54+01:00

Hogere graslandopbrengst en minder ammoniak door nauwkeuriger weiden

Henk van DijkOm een hogere graslandopbrengst te halen is veehouder Henk van Dijk dit jaar begonnen met het  weiden van zijn koeien in kleinere percelen grasland. “Elke twee dagen krijgen ze een nieuw stuk. Een constant aanbod van gras, snelle hergroei en lagere kunstmestgift zorgen ervoor dat de koeien tevreden zijn en het ureumgetal rond de 20 ligt.”

Weiden én de ammoniakemissie verminderen vraagt vakmanschap van melkveehouders. “Koeien jaarrond op stal houden is gemakkelijker en stabieler voor de koe”, weet melkveehouder Henk van Dijk. “Je hebt de omstandigheden beter onder controle.” Toch is de veehouder uit Kampen een fervent weider. “Het is alleen al een lust voor het oog dat de koeien zo graag naar buiten gaan.” Daar komt bij dat door het weiden de bedrijfsemissie daalt. In de stal ontstaat meer ammoniakemissie door het mengen van mest en urine.

Omweiden na twee dagen
Dit jaar maakt Henk extra werk van het weiden. “Ik heb de percelen verdeeld in kleinere blokken. Nu lopen de koeien twee dagen op één stuk en dan weid ik ze om naar het volgende stuk. Zo heb ik 5 hectare in 7 blokken verdeeld.” Het betekent voor de veehouder meer ‘draadjes’ zetten. “Maar het betekent voor de koeien ook dat het grasaanbod stabieler is”, vergelijkt hij met de situatie van voorgaande jaren waarbij hij de 65 koeien op een paar hectare liet lopen.  “De eerste vier dagen ging het nog wel goed met voldoende gras in het perceel, maar de laatste twee dagen liepen de koeien in
zo’n perceel onrustig te zoeken.” Ook de graslandopbrengst daalde. “De koeien eten de groeipunten er telkens uit. Het gras kreeg amper kans voor hergroei.”

Ureumgetal van 20
Bij het nieuwe omweidsysteem heeft het gras na twee dagen weiden rust. “Ik strooi dan meteen weer een klein beetje kunst- mest”, vertelt Henk die de hoeveelheid  behoorlijk heeft aangepast. “Omdat ik vaker over de kleine percelen strooi is de kunstmestgift verminderd van 200 tot 125 kilo Kalkammonsalpeter per hectare per keer.” Deze kleine hoeveelheid is precies genoeg om het gras
te stimuleren door te groeien, zonder dat het voor een overmaat aan meststof en dus pieken en dalen in melkureum zorgt. “Ondanks het weiden zitten we momenteel toch op een ureumgetal van rond de 20”, klinkt Henk tevreden. “Dat geeft aan dat het eiwit in het rantsoen goed benut wordt en dat is positief met het oog op de ammoniakemissie.” Wanneer de koeien na de eerste snede van 6 uur naar 9 uur per dag weidegang gaan, kan ook het eiwit in het stalrantsoen verder terug. “Dan gaan we een
eiwitarme brok bijvoeren, met mais als bijvoeding aan het voerhek.”

Bijsturen
Ondanks de goede voornemens en strakke planning ondervond Henk dat de grasgroei dit voorjaar moeilijk op gang kwam. “En dus kwam ik bij het omweiden in de knel. Er stond na een week niet genoeg gras om weer terug te gaan naar de percelen.” Dat betekende ‘schakelen’ in de organisatie.
“Door gras te maaien en het in de stal aan de koeien te voeren, krijgen ze toch vers gras. Dat bijsturen is lastig, maar het hoort  nu eenmaal bij weiden en is noodzakelijk om de beste resultaten te halen.”